Massimo Bruno: Daar is Anderlecht weer
Massimo Bruno miste door een blessure de heenmatch op Anderlecht maar zondag is hij er wél bij als zijn ex-club op bezoek komt. Met Anderlecht werd Massimo drie keer landskampioen.
Massimo werd tijdens zijn eerste twee seizoenen – 2012-2013 en 2013-2014 – bij paars-wit telkens landskampioen en deed het nog eens over toen hij in 2016-2017 weer in het Astridpark voetbalde.
Tussendoor werd hij kampioen én bekerwinnaar in Oostenrijk met Red Bull Salzburg, en achteraf ook nog eens bekerfinalist in Duitsland met RB Leipzig.
“Het is een verhaal waar ik met enige fierheid mag terugkijken”, zegt hij. “Ik heb misschien niet altijd de juiste keuzes gemaakt in mijn carrière, maar ik vind dat ik best wel wat heb gepresteerd.”
De Henegouwer werd geboren in Boussu, in de buurt van Bergen, speelde in zijn prille jeugd bij Charleroi en keerde er later ook terug. Naast dat alles speelde hij ook nog het voorbije seizoen in Turkije bij Bursaspor, een avontuur met gemengde gevoelens. “Alles was er goed, de organisatie, het klimaat, de moderne stad, alleen vielen de resultaten tegen in verhouding tot de kwaliteit aan spelers die we hadden. Met Bursa moesten we op de slotdag winnen om in tweede klasse te blijven, we bleven steken op een draw. In derde klasse zijn geen buitenlanders toegelaten, zodat ik al zeker een andere club moest zoeken.”
"Met de supporters achter je"
“Ik had diverse mogelijkheden, maar Kortrijk stond me meteen aan. Ik kende de club als een warme, familiale club, ik had al vaak in het stadion gespeeld en wist hoe het moest voelen om hier de supporters achter je te hebben. En ik ben ook tevreden dat ik voor Kortrijk heb gekozen,” zegt hij.
Massimo tekende een contract tot 2025, verblijft met regelmaat in een appartement in de stad, maar reist ook telkens als dat kan naar zijn gezin in Waterloo.
Zijn vader is een Siciliaan, zijn moeder is van Napels, het Italiaans bloed stroomt door zijn aderen. Op het veld is Massimo nochtans een beheerste voetballer die niet zelden perfect het doel weet staan en stijlvol kan afmaken.
Hij is er pas 29 maar kan al terugkijken op 328 wedstrijden met zijn diverse clubs, goed voor 63 goals. “63? Daar kijk ik van op”, reageert hij. Vaak speelde hij behoorlijk aanvallend, onder Bernd Storck krijgt hij een vaste opdracht langs de flank. “Een positie die mij uitstekend bevalt”, zegt hij.
En de coach zelf? “Hij houdt van discipline en ik heb daar geen moeite mee. Ik heb bij Lepizig en Salzburg dezelfde aanpak meegemaakt. Iedereen stelt vast dat het werkt en dat is het belangrijkste.”
Zondag speelt hij nog maar eens tégen Anderlecht, het is niet nieuw want met Charleroi stond hij ook al vaker tegenover zijn ex-club. “Zoveel contacten met de mensen van toen bij Anderlecht heb ik niet. Ik ken vooral Jean Kindermans die me bij de jeugd zoals zovele anderen uitstekend begeleidde op weg naar een profcarrière. Daar is inmiddels veel veranderd.”
Er was een tijd dat verliezen bij Anderlecht meteen gelijk stond met crisis, ook in de jaren dat Massimo er speelde. “Elke club kent hoogten en laagten”, zegt hij. “Je weet dat Anderlecht wel weer terugkomt.”
Maar eerst moet het door de zure appel bijten, de achtste plaats halen bij voorbeeld. Dus liefst winnen op Kortrijk. “Wij hebben een kans. Ze hebben al vier competitiematchen op rij niet verloren, maar hier thuis kunnen we iedereen aan. We wonnen al van Antwerp en Genk en de zege op Standard gaf een boost. Bovendien speelden ze donderdagavond nog in Bulgarije. Maar dat ritme zijn ze gewoon. Toch geloof ik er in.”
Nog vier keer winnen, zegt de coach. Lukt het? “Absoluut. We hebben geen ploeg om te zakken. Alleen hebben we de start compleet gemist en dan krijg je het een heel seizoen lastig. Maar we redden het wel.”
‘Wir schaffen das’, zal hij in zijn Duits-Oostenrijkse passage best wel geleerd hebben. Ja, hij begrijpt Bernd Storck best goed. Op en naast het veld.