"Ik heb honger om te spelen"
Roko Simic, met het rugnummer 21, werd deze week… 21. De zoon van de dubbele Champions League-winnaar Dario Simic hoopt zaterdag aan de aftrap te staan tegen Club Brugge, daar waar zijn oom Josip Simic ooit speelde. “Ik heb honger om te spelen”, zegt de jonge centrumspits die straks kan debuteren met zijn ouders en zijn jongste broer in de tribune. – Eddy Soetaert
Roko Simic is een spraakwaterval, een extraverte jonge kerel die hunkert naar wedstrijden, liever altijd in de basis bij KV Kortrijk dan maar af en toe eens in de ploeg bij Red Bull Salzburg.
Hij werd topscorer van de Youth League en scoorde vorig seizoen ook met Salzburg op het veld van Benfica in Lissabon, waar hij Man van de Match werd. Dan ligt de vraag zo op je lippen: waarom kom jij dan in Kortrijk voetballen?
"Ik voel hier vrede & rust"
“In Salzburg hebben ze voor elke positie vijf, zes spelers”, vertelt hij. “Zelfs als je scoort, zetten ze de volgende week een andere op je plaats. Ik wil evolueren tot een sterke voetballer en dat kan alleen als je naast de trainingssessies ook met regelmaat wedstrijden met inzet kunt spelen.”
“Ik weet dat de Belgische competitie een hoog niveau haalt. Het is na de vijf grote voetbalnaties de zesde in de Europese ranglijst. Hier kan iedereen van iedereen winnen en dat maakt het zo heftig. Oostenrijk staat pas 13de op de tabel van de UEFA: je hebt er een paar topclubs die vrijwel elke week winnen maar de rest is niet van dat niveau. Als je dan van een Champions League-match terugkeert en je weet dat je ergens gemakkelijk een competitiematch zult winnen, is er niet veel leuks aan en word je ook niet beter.”
Hij tekende op 30 augustus een vierjaarscontract voor Cardiff maar wist dat hij de volgende dag naar Kortrijk zou gaan. Jawel, hij had nog andere mogelijkheden maar daar praat hij liever niet meer over. Of toch, na enig aandringen: “Sunderland was close. Mijn eerste club, Dinamo Zagreb, wou me ook. Er was interesse van Udinese en van nog enkele andere clubs, maar dat is nu niet meer belangrijk. Nu ben ik hier. En ik voel me goed hier: ik voel hier rust en vrede in de club en dat is voor mij belangrijk.”
Dario & Josip Simic
Net nog, in de kleedkamer, praatte hij met Massimo Bruno over Salzburg, de club waarvoor ze beiden speelden. En eerder kreeg hij ook informatie van zijn landgenoot Ivan Santini die gewoon zei: “Kortrijk? Doen!” Ook zijn oom Josip die twee en een half jaar in Brugge woonde, vertelde hem dat het goed wonen en werken is in Vlaanderen.
“Oom Josip”, – Josip Simic, in de beginjaren van deze eeuw bij Club – “kende daar veel blessures. De medische begeleiding was twintig jaar geleden nog niet wat ze nu is. Mijn vader zegt dat hij anders een even grote carrière had gekend als hijzelf.”
En hijzelf – Dario Simic – kan op een en ander terugkijken. Hebt u even? 5 keer Kroatisch kampioen en bekerwinnaar met Dinamo Zagreb, Italiaans kampioen en bekerwinnaar, World Cupwinnaar voor clubs, twee keer winnaar van de Champions League, allemaal met AC Milan. Daar in Milaan is Roko trouwens ook geboren.
De enige spits
En toch is er iets opmerkelijks bij de Simic’en. Vader Dario (48) was een verdediger, broers Viktor (straks 18) en Nikolas (17) zijn verdedigers, maar Roko, hij is een spits. “Vanaf mijn prilste jeugd wou ik doelpunten maken, haha.”
En hij maakte er al wat: het eerste jaar – op zijn 18 – bij het Oostenrijkse Liefering 19 in 24 matchen, daarna 4 in drie maanden bij FC Zürich, en vorig seizoen bij Salzburg 5 in 28 wedstrijden, waarvan veel maar invalbeurten waren. Ook met de Kroatische U21 scoorde hij er inmiddels al 8.
Het is de vraag of hij dat met zijn 1m90 allemaal te danken heeft aan zijn lengte. “Ik ben een targetman maar ik kan ook diep gaan, met mijn 80 kilogram ben ik sterk in de duels en ik weet dat ik alles in mij heb om op een dag een goede spits te zijn. Dit moet hier gebeuren op mijn pad om naar een nog grotere competitie te gaan.”
Pijl & boog voor David
Roko werd op 10 september 21. Hoe moeten we ons dat voorstellen, als je op die speciale dag verjaart? “Niets speciaals, nee. Alle ploegmaats hebben me na de training gefeliciteerd. Daarna heb ik het in mijn appartement in mijn eentje gevierd. Eens lekker eten besteld. Maar mijn familie komt zaterdag op bezoek. Mijn vader, mijn moeder en mijn jongste broer David. Hij heeft het Downsyndroom en is een fantastische kerel. Ooit scoorde ik tegen Rapid Wien en deed meteen het gebaar alsof ik vanuit een boog een pijl afschoot. Dat weet David nog wel. Als ik zaterdag scoor, doe ik het speciaal voor hem nog eens opnieuw.”